“De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) is bevoegd voor het toezicht op en de follow-up van de nieuwe regeling voor de bankierseed. Opdat de verschillende actoren in de sector zich zouden kunnen voorbereiden op de inwerkingtreding van deze regeling, verstrekt de FSMA bijkomende informatie over het toepassingsgebied ervan, over de lijst van bankdienstverleners die aan de FSMA moet worden bezorgd, alsook over het attest van eedaflegging en het attest van ontbreken van beroepsverbod.” (Site FSMA oktober 2024).
De bankierseed treedt in werking op 15 januari 2025 voor de Fit & proper-personen en de verantwoordelijke leidinggevenden bij kredietinstellingen, en op 15 juli 2026 voor de overige bankdienstverleners. Voor personen die de eed moeten afleggen betekent het dat zij een individuele verklaring af moeten leggen. Daarmee verbinden zij zich bij het uitoefenen van hun beroep dat zij belangrijke deontologische regels zullen respecteren.
Deontologie richt zich op het naleven van regels, plichten en ethische principes bij het nemen van beslissingen, ongeacht de uitkomst. Het legt de nadruk op het juiste doen volgens vooraf vastgestelde morele normen. De regels bepalen dat er in alle omstandigheden eerlijk, integer alsook vakbekwaam en professioneel wordt gehandeld. Het klantbelang moet daarbij centraal staan en klanten moeten billijk worden behandeld.
Deze deontologische regels maken ook vandaag inherent deel uit van het beroep van bankier. Door de invoering van de eed worden deze regels nu wettelijk vastgelegd en wordt hieraan een tuchtregeling verbonden.
De wet kent aan de FSMA de bevoegdheid toe om tuchtsancties op te leggen indien een betrokkene de regels niet naleeft. Daarbij kan je denken aan een waarschuwing, een berisping of een beroepsverbod. In het laatste geval is dat voor maximaal drie jaar. Sancties worden in een centraal register bijgehouden.
In het geval er sprake is van een klacht tegen een leidinggevende kan de FSMA als toezichthouder geen sanctie uitspreken. Zij dient de klacht over te maken aan de bevoegde toezichthouder (de NBB of ECB).
FAQ over de praktische uitvoering van de bankierseed en de tuchtrechtelijke regeling voor bankdienstverleners
De bankierseed is volgens de FSMA één van de maatregelen die het vertrouwen van het publiek in de bankensector moet vergroten. De hoofddoelstelling is ervoor te zorgen dat medewerkers in de banksector meer individuele verantwoordelijkheden krijgen. De regeling berust op verschillende belangrijke basispijlers.
1) Het uitwerken van tuchtregels die zijn uitgevaardigd.
2) Het afleggen van de bankierseed.
3) Het opnemen van tuchtrechtelijk optreden in de bevoegdheden van de FSMA.
4) Het openen van een centraal register van tuchtsancties en beroepsverboden.
5) De vereiste dat de betrokkene voorafgaand aan zijn aanstelling een attest moet voorleggen dat bevestigt dat hem geen beroepsverbod is opgelegd.
Zoals al is aangegeven treedt de regeling op 15 januari 2025 voor sommige medewerkers van de bankensector al in werking. Op 15 juli 2026 voor anderen.
Uit de FAQ blijkt een aantal belangrijke zaken
De bankierseed is een individuele verklaring waarmee de bankdienstverlener zich ertoe verbindt de individuele gedragsregels na te leven. De eed wordt afgelegd in de volgende bewoordingen:
“Ik verbind mezelf ertoe om, bij de uitoefening van mijn beroepsactiviteiten, in alle omstandigheden eerlijk en integer, alsook vakbekwaam en professioneel te handelen, waarbij ik rekening houd met de belangen van de cliënten en de cliënten billijk behandel. Ik heb kennisgenomen van de specifieke regels die de Koning ter zake heeft vastgesteld.”.
Wanneer moet nu de eed worden afgelegd?
Een bankdienstverlener moet de bankierseed binnen zes maanden na de datum van zijn effectieve infunctietreding afleggen. De effectieve infunctietreding van de bankdienstverlener kan, naargelang het geval, contractueel zijn bepaald of uit feitelijke omstandigheden voortvloeien.
Voor de fit & proper-personen van wie de benoeming aan de voorafgaande goedkeuring door de prudentiële toezichthouder of de FSMA is onderworpen, kan de termijn van zes maanden niet beginnen lopen zolang deze goedkeuring niet is gegeven.
Voor de agenten in bank- en beleggingsdiensten die als natuurlijke personen handelen, zal die termijn pas kunnen beginnen lopen vanaf het moment waarop ze effectief in het register van de tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten zijn ingeschreven.
De bankdienstverleners die gedurende minder dan zes maanden functies verrichten bij een geviseerde entiteit, zijn niet verplicht om de eed af te leggen. Denk in dat verband bijvoorbeeld aan studenten, stagiairs of uitzendkrachten. Die personen moeten echter de individuele gedragsregels naleven, en dit zodra zij in functie treden.
Bij wie moet de eed worden afgelegd?
De bankdienstverleners die onderworpen zijn aan fit & proper- vereisten krachtens het Belgische recht of het recht van een andere EER-lidstaat leggen de eed af bij de FSMA. De eed wordt afgelegd ten overstaan van de voorzitter van de FSMA of, als hij afwezig is, ten overstaan van de ondervoorzitter van de FSMA of van twee leden van het directiecomité van de FSMA.
Bij een kredietinstelling naar Belgisch recht wordt de bankierseed afgelegd ten overstaan van een effectief leider van die kredietinstelling. Bij een kredietinstelling naar buitenlands recht wordt de bankierseed afgelegd ten overstaan van een leider van het Belgische bijkantoor van die kredietinstelling.
Bij een agent in bank- en beleggingsdiensten wordt de bankierseed afgelegd ten overstaan van een effectief leider van die agent.
Voor de gedetailleerde modaliteiten voor de aflegging van de bankierseed zie link FSMA.
Wat houden de individuele gedragsregels in?
De individuele gedragsregels berusten op drie grondbeginselen, op grond waarvan de bankdienstverleners in alle omstandigheden
1) eerlijk en integer, alsook
2) vakbekwaam en professioneel moeten handelen, en
3) waarbij ze rekening moeten houden met de belangen van de cliënten en ze de cliënten billijk moeten behandelen.
Deze individuele gedragsregels worden bij koninklijk besluit verduidelijkt.
Het mag duidelijk zijn dat in alles wat bovenstaand is aangegeven het belang van de klant centraal dient te staan.
Om dit belang ook na te streven zullen de bankdienstverleners een reeks gemeenschappelijke regels moeten naleven. Een bankdienstverlener zal bijvoorbeeld geen nuttige informatie voor de cliënt mogen verhullen. Ook zal hij de potentiële winst van een bankproduct niet misleidend mogen voorstellen.
Anderzijds zullen de fit & proper-personen en de verantwoordelijke leidinggevenden, de vereisten moeten naleven die eigen zijn aan hun toezichtsrol. Zo zullen ze bijvoorbeeld bankdienstverleners er niet mogen toe aanzetten zich te gedragen op een manier die zou kunnen indruisen tegen de voor hen geldende vereisten, en zullen ze op passende wijze moeten optreden als ze zo’n gedrag bij bankdienstverleners vaststellen.
Tuchtrecht
Als een bankdienstverlener een gedragsregel overtreedt of de bankierseed niet aflegt, kan de tuchtsancties zijn: een waarschuwing, een berisping of een beroepsverbod van maximaal 3 jaar. De tuchtsancties worden op de site van de FSMA gepubliceerd (anoniem). Daarnaast worden de sancties in het centraal register van tuchtsancties en beroepsverboden ingeschreven
Bron: Advisors Up-to-date
Kijk dan ook eens bij Up-to-date.
Up-to-date staat boordevol interessante artikelen en is een 100% actuele, praktijkgerichte en artikel gebaseerde adaptieve e-learning. Waarmee je gemakkelijk voldoet aan de verplichtingen van de geregelde bijscholing vanuit de IDD, FSMA & ITAA.
Het abonnement om je kennis en vaardigheid met focus op (o.a.) Pensioen, Collectief Pensioen, Lijfrente, Echtscheiding, Estate Planning en Life Events, up-to-date te houden en door te ontwikkelen. Praktijk gericht, fiscaal georienteerd, boordevol actualiteiten en PE-geaccrediteerd.