België gold jarenlang als een stabiele en betrouwbare schulduitgever binnen de eurozone. De Belgische overheid kon traditioneel rekenen op het vertrouwen van de markten en op een rente die dicht bij die van Duitsland lag. In 2025 is dat beeld opvallend veranderd.
De rente op Belgische tienjaarsobligaties (OLO’s) ligt inmiddels boven die van Spanje, Portugal en Ierland. Landen die amper tien jaar geleden nog als “probleemlanden” werden bestempeld. Alleen Frankrijk bevindt zich nog in een vergelijkbare positie.
Wat verklaart deze opmerkelijke omkering? En waarom lijken de markten België niet langer als een kernland te beschouwen, maar als een land met toenemende structurele risico’s?
De rente op Belgische tienjaarsobligaties noteert begin oktober 2025 rond 3,30 %, terwijl de Duitse Bund (de benchmark binnen de eurozone) ongeveer 2,70 % oplevert. De Belgische spread tegenover Duitsland bedraagt dus 60 basispunten.
Ter vergelijking (begin oktober 2025):
België leent dus duurder dan Spanje, Portugal en Ierland, terwijl Frankrijk nog iets hoger uitkomt. Dat patroon blijft de laatste weken zichtbaar, ook al schommelen de cijfers dagelijks.
De laatste keer dat België duurder leende dan Spanje en Portugal, was tijdens de piek van de eurocrisis in 2011–2012. Toen lag dat aan marktpessimisme en besmettingsangst. België kampte toen met een diepe politieke crisis: er was een uitzonderlijk lange regeringsvorming (541 dagen zonder volwaardige regering). Dit politieke vacuüm leidde tot onzekerheid op de financiële markten.
Vandaag lijkt de oorzaak veeleer structureel: een combinatie van begrotingsonevenwicht, politieke fragmentatie en een veranderde perceptie van risico binnen de eurozone.
België’s fundamenten zijn op zich niet slecht. De economie groeit gestaag, de werkloosheid blijft relatief laag en de particuliere spaarquote is hoog. Toch wegen de structurele zwaktes steeds zwaarder in de beoordeling door kredietbeoordelaars en investeerders.
De schuldgraad stijgt richting 107 % van het bbp, en de jaarlijkse begrotingstekorten blijven structureel boven 4 %. Volgens de Europese Commissie behoort België tot de lidstaten met de zwakste begrotingsvooruitzichten.
Daar komt de politieke context bij. Sinds 2019 is er nauwelijks vooruitgang geboekt op vlak van structurele hervormingen. De institutionele versnippering maakt het moeilijk om op federaal niveau ingrijpende beslissingen te nemen over pensioenen, arbeidsmarkt en fiscaliteit.
Voor de markten ontstaat zo het beeld van begrotingsinertie: een land dat niet in crisis verkeert, maar ook geen overtuigende strategie heeft om de schulddynamiek te keren. De ratingverlaging door Fitch in 2024 (van AA- naar A+) onderstreepte dat beeld. In eerste instantie reageerden beleggers nauwelijks, maar in 2025 lijkt de marktherwaardering toch een feit.
De verslechtering van België’s rentepositie is ook een gevolg van het gewijzigde monetaire klimaat. Sinds 2022 voert de Europese Centrale Bank (ECB) een restrictief beleid om de hardnekkige inflatie te bestrijden. De opeenvolgende renteverhogingen hebben de financieringskosten voor alle lidstaten opgedreven, maar landen met een hoge schuld, zoals België en Frankrijk, voelen dat effect het sterkst.
De ECB beschikt met het Transmission Protection Instrument (TPI) over een vangnet om buitensporige spreadstijgingen te voorkomen. Toch is dat instrument nog nooit geactiveerd, waardoor beleggers beseffen dat steun niet automatisch volgt.
Tegelijkertijd speelt het internationale kapitaalverkeer een rol. Institutionele beleggers verschuiven hun portefeuilles naar landen die de afgelopen jaren hervormingen hebben doorgevoerd en een betere kredietrating kregen. Zo stroomt kapitaal naar Spanje, Portugal en Ierland, ten koste van landen waar politieke onzekerheid en begrotingszorgen blijven.
Het gevolg is een subtiele herschikking in de perceptie van risico binnen de eurozone: niet langer geografisch Noord versus Zuid, maar discipline versus inertie.
De omgekeerde wereld: hervormers worden beloond
Dat juist Spanje, Portugal en Ierland België voorbijstreven, is veelzeggend. Portugal wist de afgelopen jaren zijn schuldgraad te verlagen en zelfs begrotingsoverschotten te boeken. Ratingagentschappen belonen dat met upgrades. Spanje kent een sterke groei en profiteert van een stabieler politiek klimaat dan voorheen. Ierland blijft aantrekkelijk door zijn exportgerichte economie, lage schuldgraad en solide begrotingspositie.
België daarentegen heeft de reputatie van een land dat hervormingen uitstelt en pas reageert wanneer externe druk ontstaat. De markten lijken dat patroon te herkennen en rekenen het in.
Het verschil met de eurocrisis is dat beleggers vandaag veel meer differentiëren tussen landen. Waar vroeger alle Zuid-Europese staten als risicovol werden gezien, kijken markten nu scherper naar individuele prestaties. België profiteert niet langer automatisch van zijn geografische reputatie als “Noordelijk land”.
De conclusie van verschillende analisten luidt dan ook: de eurozone is minder geografisch verdeeld dan ooit, maar meer budgettair verdeeld.
België is niet alleen. Ook Frankrijk ziet zijn rente oplopen ten opzichte van Duitsland. Beide landen delen dezelfde structurele kenmerken: hoge overheidsuitgaven, beperkte hervormingsruimte en politieke versnippering. De recente politieke onrust in Parijs met het uiteenvallen van de regering (na slechts 27 dagen in functie te zijn geweest) en de daaropvolgende verlaging van de Franse kredietrating door Fitch van AA naar A+ heeft het vertrouwen van beleggers verder aangetast. De Franse tienjaarsrente liep begin oktober 2025 op tot circa 3,6 %, het hoogste niveau in jaren, wat de druk op landen met vergelijkbare budgettaire zwaktes, zoals België, nog vergroot.
Beleggers beschouwen België en Frankrijk als zogenaamde “semi-core”-landen, niet risicovol genoeg om bij het Zuiden te horen, maar te onevenwichtig om als kernland te gelden. Wanneer het vertrouwen in Frankrijk afneemt, stijgt ook de Belgische spread. De correlatie tussen beide markten is sterker dan ooit.
Die nauwe koppeling heeft voordelen én nadelen. Enerzijds delen België en Frankrijk nog steeds het voordeel van de perceptie dat de ECB nooit zal toelaten dat een van beide in ernstige betalingsproblemen komt. Anderzijds zorgt het ervoor dat België meebeweegt in de negatieve sentimenten rond Frankrijk, ook als de binnenlandse situatie relatief stabiel is.
De huidige rentebewegingen maken duidelijk dat de markten niet langer automatisch onderscheid maken tussen “noord” en “zuid”, maar eerder tussen landen met geloofwaardige hervormingsplannen en landen waar het beleid blijft steken in politieke compromissen.
De hogere rente heeft rechtstreekse begrotingsconsequenties. De rentelasten van de Belgische staat stijgen tot bijna 10 miljard euro, al blijven ze historisch gezien nog beheersbaar. Elke procentpunt hogere rente kost de overheid echter honderden miljoenen extra per jaar. Dat beperkt de ruimte voor investeringen in onder meer infrastructuur, defensie en de energietransitie.
Ook de private sector voelt de gevolgen. Hogere staatsrentes beïnvloeden de financieringskosten van ondernemingen, de prijs van hypotheken en de waardering van langlopende beleggingen.
Voor financiële instellingen, banken en verzekeraars is het belangrijk om die marktdynamiek goed te begrijpen.
Voor institutionele beleggers en treasury-afdelingen blijven Belgische overheidsobligaties kwalitatief, maar ze verliezen aan relatieve aantrekkelijkheid. In risicogewogen portefeuilles schuiven steeds vaker Zuid-Europese staatsobligaties naar voren als alternatief: vergelijkbaar rendement, iets hoger risico, maar met de perceptie van hervormingsbereidheid.
Het gevaar bestaat dat België in een negatieve spiraal terechtkomt: stijgende rentes verhogen de schuld, waardoor de markten nog meer risico inprijzen. Een geloofwaardige begrotingsstrategie is de enige manier om die cirkel te doorbreken.
De Belgische situatie staat niet op zichzelf. Ze illustreert een fundamenteel probleem van de eurozone: zolang er geen gemeenschappelijke schulduitgifte bestaat, worden landen individueel afgerekend op hun begrotingsbeleid.
Het debat over eurobonds of een permanent Europees schuldinstrument duikt daardoor opnieuw op. Voorstanders zien er een manier in om fragmentatie te beperken en plotselinge spreadstijgingen te vermijden. Tegenstanders vrezen dat landen zoals België dan minder prikkels krijgen om hun begroting te saneren.
De waarheid ligt waarschijnlijk in het midden: gezamenlijke financiering kan stabiliteit brengen, maar blijft afhankelijk van nationale verantwoordelijkheid. De eurozone bevindt zich in een delicate evenwichtsoefening tussen solidariteit en discipline.
Voor België is dat debat allerminst theoretisch. De huidige renteontwikkeling toont aan dat markten sneller dan vroeger reageren op nationale onevenwichtigheden. Een land dat zijn begroting niet op orde brengt, betaalt daarvoor nu al een tastbare prijs.
België bevindt zich anno 2025 samen met Frankrijk in een ongemakkelijke positie: geen crisisland, maar ook geen kernland meer. De markten zien in beide landen een mix van structurele rigiditeit, hoge uitgaven en politieke fragmentatie. Dat vertaalt zich in hogere financieringskosten. Een stille maar duidelijke waarschuwing.
De remedie is bekend maar moeilijk: hervormingen die de schuld structureel stabiliseren, een geloofwaardig pad naar begrotingsevenwicht en een coherent beleid dat het vertrouwen van beleggers herstelt.
Zonder die koerswijziging blijft België de rol van rentepatiënt van de eurozone vervullen, niet in acuut gevaar, maar vatbaar voor koorts bij elke nieuwe schok.
Meer weten over spreads en de Europese context van rentebewegingen? Of zoekt u een erkend opleidingsaanbod op maat? Neem vandaag nog contact met ons op of sluit hier een kosteloos proefaccount Advisors Up-to-date af.
Kijk dan ook eens bij Up-to-date.
Up-to-date staat boordevol interessante artikelen en is een 100% actuele, praktijkgerichte en artikel gebaseerde adaptieve e-learning. Waarmee je gemakkelijk voldoet aan de verplichtingen van de geregelde bijscholing vanuit de IDD, FSMA & ITAA.
Het abonnement om je kennis en vaardigheid met focus op (o.a.) Pensioen, Collectief Pensioen, Lijfrente, Echtscheiding, Estate Planning en Life Events, up-to-date te houden en door te ontwikkelen. Praktijk gericht, fiscaal georienteerd, boordevol actualiteiten en PE-geaccrediteerd.