Hoe robuust is het Belgische depositogarantiestelsel?

23 juni

In tijden van economische onzekerheid, geopolitieke spanningen en toenemende digitalisering van het bankwezen is het vertrouwen van de burger in de financiële sector allesbehalve vanzelfsprekend. Toch biedt het Belgische depositogarantiestelsel (DGS) een geruststellende zekerheid: in geval van een bankfaillissement is het spaargeld van de Belgische burger beschermd, en wel beter dan in eender welk ander euroland. Dat blijkt uit de recente stresstests van het Garantiefonds én uit het jaarverslag van de Europese Bankenautoriteit (EBA). Maar achter deze gemoedsrust schuilt een decennialang traject van hervorming en Europese afstemming.

Het Garantiefonds beschermt deposito’s tot € 100.000 per persoon en per bank. Deze waarborg geldt voor zicht-, spaar- en termijnrekeningen, kasbons en obligaties uitgegeven vóór 2 juli 2014. Ook beleggingstegoeden bij beleggingsondernemingen en tak 21-levensverzekeringen vallen onder de bescherming, op voorwaarde dat het gaat om contracten in het kader van de derde of vierde pensioenpijler. De bescherming van levensverzekeringscontracten is overigens niet Europees geharmoniseerd.

In uitzonderlijke situaties kan het beschermde bedrag tijdelijk worden verhoogd tot maximaal € 500.000 per persoon en per bank, gedurende een periode van zes maanden. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het geld rechtstreeks verband houdt met de aan- of verkoop van een privéwoning die als hoofdverblijfplaats dient, of bij de ontvangst van bepaalde verzekerings- of schadevergoedingen. Denk hierbij aan vergoedingen naar aanleiding van pensionering, invaliditeit, ontslag, overlijden (niet via erfenis), of uitkeringen aan slachtoffers van strafbare feiten of gerechtelijke dwalingen.

Van vrijblijvend naar verplicht

Waar de bescherming vroeger vooral op discretionaire tussenkomst neerkwam, evolueerde het stelsel sinds de Europese richtlijn 94/19/EG van 1994 naar een afdwingbaar recht op terugbetaling. België voerde sindsdien structurele hervormingen door: één uniform fonds voor alle kredietinstellingen, uitbreiding van het toepassingsgebied (zoals tak 21), en een steeds robuuster juridisch kader. De crisis van 2008 leidde tot bijkomende wetswijzigingen en het ontstaan van het Bijzonder Beschermingsfonds, dat later opging in het huidige Garantiefonds.

Met de Bankwet van 2014 en recent de Wet van 23 november 2023 kreeg het Garantiefonds zijn actuele structuur. Deze laatste wet zorgde voor duidelijkheid in de afbakening van verantwoordelijkheden: het Garantiefonds draagt de terugbetalingsplicht; de Schatkist fungeert slechts als laatste vangnet.

Waarom de Belg tot de best beschermde spaarder van Europa behoort

Volgens cijfers van de EBA, recent gepubliceerd door L’Echo, bedraagt de gemiddelde dekkingsgraad van de DGSs eind 2024 in de eurozone 0,8%– goed voor zo’n € 79 miljard tegenover € 8.600 miljard aan tegoeden. België zit daar ruim boven, met een dekking van 1,6% (€ 5,7 miljard tegenover € 357,9 miljard aan deposito’s). Enkel Estland en Letland doen beter, al gaat het daar om kleinere bankensectoren.

Tussen de lidstaten bestaan nochtans grote verschillen. Het wettelijk beschermingsplafond van € 100.000 per spaarder en per bank is weliswaar geharmoniseerd, maar de manier waarop landen hun garantiestelsels organiseren varieert sterk. Duitsland, bijvoorbeeld, kent drie aparte fondsen – voor coöperatieve, spaar- en private banken – wat het systeem nodeloos complex maakt. België kiest voor eenvoud en centralisatie: alle banken vallen onder één fonds,

Onder impuls van de voormalig minister van Financiën, Van Peteghem, en bevestigd in het Regeerakkoord, streeft België tegen juli 2025 zelfs naar een dekkingsgraad van 1,8%. Volgens Alexandre De Geest, administrateur-generaal van de Thesaurie, betekent dit een “betere bescherming dan elders in Europa”.

Sterke bescherming voor de spaarder, stevige factuur voor de banken

De bankensector is minder enthousiast. Via Febelfin uiten de banken kritiek op de hoge bijdragen die nodig zijn om het Belgische streefdoel te halen. Dat streefdoel ligt dubbel zo hoog als in Nederland en zelfs drie keer zo hoog als in Frankrijk.

Stresstest 2024: hoe crisisbestendig is het Belgisch systeem?

In maart 2024 voerde het Garantiefonds een stresstest uit bij 29 Belgische banken. Hierbij werd een bankfaillissement gesimuleerd: banken moesten binnen drie werkdagen de klantgegevens aanleveren zodat een uitbetaling binnen zeven dagen mogelijk zou zijn.

De resultaten waren grotendeels positief: 23 van de 29 banken – samen goed voor 99,95% van de deposito’s – leverden tijdig de vereiste gegevens. Toch bleek slechts een derde dit meteen correct te kunnen. De rest had een tweede poging nodig, wat wijst op nood aan verdere digitalisering en standaardisatie.

Het Europese plaatje: waarom geen eengemaakt systeem?

Ondanks het geharmoniseerde beschermingsplafond blijft een gemeenschappelijk Europees garantiestelsel uit. Sinds 2015 ligt er een voorstel op tafel, maar onder meer Duitsland verzet zich tegen risicospreiding en verlies van nationale autonomie.

Een gerust gemoed – of toch niet helemaal?

De Belgische spaarder mag zich gelukkig prijzen met een van de meest robuuste beschermingsmechanismen van Europa. Toch blijft het vertrouwen in het financiële stelsel kwetsbaar. Wat als een Belgische systeembank in moeilijkheden komt? De reserves van het Garantiefonds volstaan dan niet om een instelling van die omvang te redden – en dat geldt voor alle DGSs in Europa. Gelukkig voorziet het Europese resolutiemechanisme (Single Resolution Mechanism, SRM) in een gecoördineerde aanpak voor de ordentelijke herstructurering van falende systeembanken. Daarbij worden eerst aandeelhouders en bepaalde categorieën schuldeisers aangesproken. Pas wanneer die buffers uitgeput zijn, treedt het Single Resolution Fund (SRF) op als vangnet. Het doel: publieke middelen maximaal ontzien. Toch kan zelfs binnen deze meerlaagse bescherming een beperkte overheidssteun in uitzonderlijke gevallen niet volledig worden uitgesloten.

Tot slot: kennis is ook bescherming

Toch klinkt hier en daar de vraag of een hogere dekking ook niet gepaard moet gaan met betere informatieverstrekking naar het brede publiek. Want kennis is óók bescherming. Zolang spaarders onvoldoende weten wat hun rechten zijn, of hoe snel ze hun geld terugkrijgen bij een bankenfaillissement, blijft elk garantiestelsel abstract – hoe goed het op papier ook geregeld is.

Kennis: meer weten over het DGS of de recente stresstest?

Lees het volledige artikel op Advisors Up-to-date, waar we dieper ingaan op de werking, de Europese context en de implicaties voor de sector.

Bron: Advisors Up-to-date

Interessant artikel?

Kijk dan ook eens bij Up-to-date.

Up-to-date staat boordevol interessante artikelen en is een 100% actuele, praktijkgerichte en artikel gebaseerde adaptieve e-learning. Waarmee je gemakkelijk voldoet aan de verplichtingen van de geregelde bijscholing vanuit de IDD, FSMA & ITAA.